Stalijzermolen Leisele gaat weer malen

Matthias Diependaele, Vlaams minister van Onroerend Erfgoed, kent 154.589,58 euro toe voor de restauratie van de Stalijzermolen in Alveringem. “De Stalijzermolen in Leisele, een deelgemeente van Alveringem, krijgt een opknapbeurt. Het is de enige overgebleven molen van vijf die Leisele rijk was. Vlaanderen is de bakermat van de molenaarsambacht. Het was in het oude graafschap Vlaanderen dat rond 1180 de eerste houten, draaibare windmolen ter wereld verscheen. Erfgoed dat we mogen koesteren”, zegt minister Diependaele. 

De Stalijzermolen is een houten staakmolen uit 1804. Het is de enige van de vijf windmolens die Leisele ooit rijk was die is overgebleven. In 1973 werd de molen beschermd als monument.

In 2016 inspecteerde Monumentenwacht de molen. Men stelde toen structurele problemen vast. De gemeente liet daarom in 2017 de molen stutten en resistograafmetingen uitvoeren op de dragende structuur. “De metingen brachten aan het licht dat verschillende balken van de molen zwaar zijn aangetast door houtrot en/of houtborende insecten”, laat Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele weten. “Om deze balken te herstellen of te vervangen, moet de molen nu van de staak gehaald worden. Een herstel waarbij de molen op zijn plaats blijft, bleek niet haalbaar.”

Samen met de structurele herstellingen zal de gemeente ook een aantal kleinere onderhoudswerken aan de molen en aan de molentechnischeinstallatie uitvoeren. Het uiteindelijke doel van de restauratie is dat de molen, die erkend is als ZEN-erfgoed, terug kan malen en draaien.

De gemeente werkt samen met een molenaar om de molen opnieuw maalvaardig en publiek toegankelijk te krijgen. Het historische molenaarsambacht werd in juli van dit jaar toegevoegd aan de Inventaris van het Immaterieel Cultureel Erfgoed.

Foto: website alveringem.